2 Samuël 8:7

7 En David nam de gouden schilden die bij Hadad-ezers knechten geweest waren, en bracht ze te Jeruzalem.

2 Samuël 8:7 Meaning and Commentary

2 Samuel 8:7

And David took the shields of gold that were on the servants of
Hadadezer
That were found with them, which they had in their hands; these must be supposed to be with the principal officers of his army; or golden chains, as Aquila, or golden bracelets on their arms, as the Septuagint; the Syriac version is "quivers of gold", such as they put arrows into, and so Jarchi and R. Isaiah understand it of such, and refer to ( Jeremiah 51:11 ) ; and so Josephus F18:

and brought them to Jerusalem;
where they were laid up, and converted to the use of the sanctuary Solomon built; see ( Song of Solomon 4:4 ) .


FOOTNOTES:

F18 Ut supra, (Antiqu. l. 7. c. 5.) sect. 3.

2 Samuël 8:7 In-Context

5 En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.
6 En David legde bezettingen in Syrie van Damaskus, en de Syriers werden David tot knechten, brengende geschenken; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
7 En David nam de gouden schilden die bij Hadad-ezers knechten geweest waren, en bracht ze te Jeruzalem.
8 Daartoe nam de koning David zeer veel kopers uit Betach, en uit Berothai, steden van Hadad-ezer.
9 Als nu Thoi, de koning van Hamath, hoorde, dat David het ganse heir van Hadad-ezer geslagen had;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.