Deuteronomium 11:25

25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.

Deuteronomium 11:25 Meaning and Commentary

Deuteronomy 11:25

There shall be no man able to stand before you
Meaning not a single man, such an one as Og, or any of the sons of Anak, the giants; because it could never be thought, imagined, or feared, that one man only should be able to stand against 600,000 fighting men, but any people or nation, though greater and mightier than they:

for the Lord your God shall lay the fear of you, and the dread of you,
upon all the land that ye shall tread upon:
that is, upon all the land of Canaan, and the inhabitants of it; who should hear what wonderful things had been done for them in Egypt, and at the Red sea, and in the wilderness; and what they had done to Sihon and Og, and to their countries, and which accordingly was fulfilled, ( Joshua 2:9-11 )

as he hath said unto you;
had promised them, ( Deuteronomy 2:25 ) and which was prophesied of in the prophetic song at the Red sea; see ( Exodus 15:14-16 ) .

Deuteronomium 11:25 In-Context

23 Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt.

24 Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.

25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.

26 Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek:

27 Den zegen, wanneer gij horen zult naar de geboden des HEEREN, uws Gods, die ik u heden gebiede;