Deuteronomium 11:24

24 Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.

Deuteronomium 11:24 Meaning and Commentary

Deuteronomy 11:24

Every place wherein the soles of your feet shall tread
Meaning in the land of Canaan; though the Jews vainly apply this to every land, and country, and place therein, where any of them come; pleasing themselves with this foolish fancy, that all shall be theirs that the foot of any of them have trod upon, or they have dwelt in; but that it respects only the land of Canaan appears by the following description of it and its boundaries:

from the wilderness;
the wilderness of Paran, which lay to the south of it, where Kadesh was, from whence the spies were sent, and was the southern border of it:

and Lebanon;
which was a range of mountains to the north of it; and was the northern border of the land:

from the river, the river Euphrates;
which was the eastern border of it, when it was carried to its utmost extent, as in the days of Solomon, ( 1 Kings 4:21 )

even unto the uttermost sea shall your coast be:
the Mediterranean sea, which was the western border of the land of Canaan, or "the hinder sea", and so it is called ( Zechariah 14:8 ) , it lay at the back of them; for if a man stands with his face to the east, the south will be on his right hand, and the north on his left, and the west will be behind him, or at the back of him.

Deuteronomium 11:24 In-Context

22 Want zo gij naarstiglijk houdt al deze geboden, die ik u gebiede om die te doen, den HEERE, uw God, liefhebbende, wandelende in al Zijn wegen, en Hem aanhangende;
23 Zo zal de HEERE al deze volken voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en gij zult erfelijk bezitten groter en machtiger volken, dan gij zijt.
24 Alle plaats, waar uw voetzool op treedt, zal de uwe zijn; van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier Frath, tot aan de achterste zee, zal uw landpale zijn.
25 Niemand zal voor uw aangezicht bestaan; de HEERE, uw God, zal uw schrik en uw vreze geven over al het land, waarop gij treden zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft.
26 Ziet, ik stel ulieden heden voor, zegen en vloek:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.