Deuteronomium 25:8

8 Dan zullen hem de oudsten zijner stad roepen, en tot hem spreken; blijft hij dan daarbij staan, en zegt: Het bevalt mij niet haar te nemen;

Deuteronomium 25:8 Meaning and Commentary

Deuteronomy 25:8

Then the elders of his city shall call him
Require him to come, before them, and declare his resolution, and the reasons for it; recite this law to him, and explain the nature of it, and exhort him to comply with it, or show reason why he does not, at least to have his final resolution upon it:

and speak unto him;
talk with him upon this subject, and give him their best advice; and what that was Maimonides ^F15 more particularly informs us; if it is good and advisable to marry, they advise him to marry; but if it is better advice to pluck off the shoe, they give it; as when she is young and he is old, or she is old and he young, they advise him to allow the shoe to be plucked off:

and [if] he stand [to it]: and say, I like not to take her;
if, after all the conversation, debate, and counsel between them, he is resolute, and abides by his first determination, that he will not marry her, then the following method was to be taken.

---

FOOTNOTES:

F15 Yebum Vechalitzab, c. 4. sect. 1.

Deuteronomium 25:8 In-Context

6 En het zal geschieden, dat de eerstgeborene, dien zij zal baren, zal staan in den naam zijns broeders, des verstorvenen; opdat zijn naam niet uitgedelgd worde uit Israel.

7 Maar indien dezen man zijns broeders vrouw niet bevallen zal te nemen, zo zal zijn broeders vrouw opgaan naar de poort tot de oudsten, en zeggen: Mijns mans broeder weigert zijn broeder een naam te verwekken in Israel; hij wil mij den plicht van eens mans broeders niet doen.

8 Dan zullen hem de oudsten zijner stad roepen, en tot hem spreken; blijft hij dan daarbij staan, en zegt: Het bevalt mij niet haar te nemen;

9 Zo zal zijns broeders vrouw voor de ogen der oudsten tot hem toetreden, en zijn schoen van zijn voet uittrekken, en spuwen in zijn aangezicht, en zal betuigen en zeggen: Alzo zal dien man gedaan worden, die zijns broeders huis niet zal bouwen.

10 En zijn naam zal in Israel genoemd worden: Het huis desgenen, dien de schoen uitgetogen is.