Deuteronomium 31:27

27 Want ik ken uw wederspannigheid, en uw harden nek. Ziet, terwijl ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig geweest tegen den HEERE; hoe veel te meer na mijn dood!

Deuteronomium 31:27 Meaning and Commentary

Deuteronomy 31:27

For I know thy rebellion and thy stiff neck
How rebellious they were against the Lord and his laws, and how unwilling they were to admit the yoke of his commandments to be put upon them, and submit to it; this he had an experience of for forty years past:

behold, while I am yet alive with you this day, ye have been
rebellious against the Lord;
murmuring at his providences, ( Exodus 16:8 Exodus 16:12 ) ( 17:3 ) , speaking against his ministers, ( Exodus 16:2 ) ( Numbers 12:1 ) ( Numbers 14:2 ) ( Numbers 16:3 Numbers 16:41 ) ( 20:2 ) ; breaking his laws, particularly being guilty of idolatry, in making and worshipping the golden calf, ( Exodus 32:8 ) ; and even now, as in ( Deuteronomy 31:21 ) , were imagining, forming, and framing in their minds something of the same kind, from the time of their coming out of Egypt unto this time they were now on the borders of Canaan; this had all along been their character; see ( Deuteronomy 9:7 Deuteronomy 9:24 ) ;

and how much more after my death?
When he would be no more with them to instruct and advise them, to caution and reprove them, and to keep them in awe by his authority.

Deuteronomium 31:27 In-Context

25 Zo gebood Mozes den Levieten, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zeggende:
26 Neemt dit wetboek, en legt het aan de zijde van de ark des verbonds des HEEREN, uws Gods, dat het aldaar zij ten getuige tegen u.
27 Want ik ken uw wederspannigheid, en uw harden nek. Ziet, terwijl ik nog heden met ulieden leve, zijt gij wederspannig geweest tegen den HEERE; hoe veel te meer na mijn dood!
28 Vergadert tot mij al de oudsten uwer stammen, en uw ambtlieden; dat ik voor hun oren deze woorden spreke, en tegen hen den hemel en de aarde tot getuigen neme.
29 Want ik weet, dat gij het na mijn dood zekerlijk zult verderven, en afwijken van den weg, dien ik u geboden heb; dan zal u dit kwaad in het laatste der dagen ontmoeten, wanneer gij zult gedaan hebben, dat kwaad is in de ogen des HEEREN, om Hem door het werk uwer handen tot toorn te verwekken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.