Deuteronomium 8:17

17 En gij in uw hart zegt: Mijn kracht, en de sterkte mijner hand heeft mij dit vermogen verkregen.

Deuteronomium 8:17 Meaning and Commentary

Deuteronomy 8:17

And thou say in thine heart
These words are in connection with the former part of the ( Deuteronomy 8:14 ) :

and thou forget the Lord thy God;
the author and giver of all the good things enjoyed, and think within themselves, though they might not express it in words at length:

my power and the might of mine hand hath gotten me this wealth;
so ascribing that to themselves, their labour, and diligence, which ought to be ascribed to the bounty and blessing of God; see ( Hosea 12:8 ) .

Deuteronomium 8:17 In-Context

15 Die u geleid heeft in die grote en vreselijke woestijn, waar vurige slangen, en schorpioenen, en dorheid, waar geen water was; Die u water uit de keiachtige rots voortbracht;

16 Die u in de woestijn spijsde met Man, dat uw vaderen niet gekend hadden; om u te verootmoedigen, en om u te verzoeken, opdat Hij u ten laatste weldeed;

17 En gij in uw hart zegt: Mijn kracht, en de sterkte mijner hand heeft mij dit vermogen verkregen.

18 Maar gij zult gedenken den HEERE, uw God, dat Hij het is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestige, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is.

19 Maar indien het geschiedt, dat gij den HEERE, uw God, ganselijk vergeet, en andere goden navolgt, en hen dient, en u voor dezelve buigt, zo betuig ik heden tegen u, dat gij voorzeker zult vergaan.