Esther 9:4

4 Want Mordechai was groot in het huis des konings, en zijn gerucht ging uit door alle landschappen; want die man, Morde chai, werd doorgaans groter.

Esther 9:4 Meaning and Commentary

Esther 9:4

For Mordecai was great in the king's house
Not only over Esther's affairs, but was one of the king's counsellors, and was the chief minister of state:

and his fame went out throughout all the provinces;
what a favourite he was of the king, as well as a relation of the queen, and how wise and just his administrations were:

for this man Mordecai waxed greater and greater,
was more and more in the king's favour, and had offices of honour and trust heaped upon him, and increased both in wealth and power.

Esther 9:4 In-Context

2 Want de Joden vergaderden zich in hun steden, in al de landschappen van den koning Ahasveros, om de hand te slaan aan degenen, die hun verderf zochten; en niemand bestond voor hen, want hunlieder schrik was op al die volken gevallen.
3 En al de oversten der landschappen, en de stadhouders, en landvoogden, en die het werk des konings deden, verhieven de Joden; want de vreze van Mordechai was op hen gevallen.
4 Want Mordechai was groot in het huis des konings, en zijn gerucht ging uit door alle landschappen; want die man, Morde chai, werd doorgaans groter.
5 De Joden nu sloegen op al hun vijanden, met den slag des zwaards, en der doding, en der verderving; en zij deden met hun haters naar hun welbehagen.
6 En in den burg Susan hebben de Joden gedood en omgebracht vijfhonderd mannen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.