Exodus 17:13

13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.

Exodus 17:13 Meaning and Commentary

Exodus 17:13

And Joshua discomfited Amalek and his people with the edge of
the sword.
] Amalek being distinguished from "his people", has led some to think that Amalek was the name of the king, or general of the army, and that it was a common name to the kings of that nation, as Pharaoh was to the kings of Egypt; but for this there is no foundation in the Scriptures: as Amelek signifies the Amalekites, his people may design the confederates and auxiliaries, the other people, as Ben Gersom expresses it, they brought with them to fight against Israel. And so Jerom ^F26 says, by him another Canaanite dwelt, who also fought against Israel in the wilderness, of whom it is so written, and Amalek and the Canaanite dwelt in the valley, ( Numbers 14:25 ) and who were all, the one as the other, at least the greatest part of them, cut to pieces by the edge of the sword of Joshua and the Israelites, who obtained a complete victory over them; as the spiritual Israel of God will at last over all their spiritual enemies, sin, Satan, the world, and death.

---

FOOTNOTES:

F26 Ut supra. (De Locis Hebr. fol. 87. M.)

Exodus 17:13 In-Context

11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste.

12 Doch de handen van Mozes werden zwaar; daarom namen zij een steen, en legden dien onder hem, dat hij daarop zat; en Aaron en Hur onderstutten zijn handen, de een op deze, en ander op de andere zijde; alzo waren zijn handen gewis, totdat de zon onderging.

13 Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.

14 Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

15 En Mozes bouwde een altaar; en hij noemde deszelfs naam: De HEERE is mijn Banier!