Exodus 3:21

21 En Ik zal dit volk genade geven in de ogen der Egyptenaren; en het zal geschieden, wanneer gijlieden uitgaan zult, zo zult gij niet ledig uitgaan.

Exodus 3:21 Meaning and Commentary

Exodus 3:21

And I will give this people favour in the sight of the
Egyptians
That is, give the Israelites favour in their sight, a little before their departure, who should be ready to do anything for them, or bestow anything upon them; or however lend them what they would desire, being glad to be at peace with them, or get rid of them, for whose sakes they would perceive all those sore calamities came upon them, they were distressed with: and it shall come to pass, that when ye go, ye shall not go empty;
destitute of what was necessary for them, but even with great substance, as was foretold by Abraham they should, and which prophecy was now about to be fulfilled, ( Genesis 15:14 ) .

Exodus 3:21 In-Context

19 Doch Ik weet, dat de koning van Egypte ulieden niet zal laten gaan, ook niet door een sterke hand.
20 Want Ik zal Mijn hand uitstrekken, en Egypte slaan met al Mijn wonderen, die Ik in het midden van hetzelve doen zal; daarna zal hij ulieden laten vertrekken.
21 En Ik zal dit volk genade geven in de ogen der Egyptenaren; en het zal geschieden, wanneer gijlieden uitgaan zult, zo zult gij niet ledig uitgaan.
22 Maar elke vrouw zal van haar naburin, en van de waardin haars huizes, eisen zilveren vaten, en gouden vaten, en klederen; die zult gijlieden op uw zonen, en op uw dochteren leggen, en gij zult Egypte beroven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.