Ezechiël 12:22

22 Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan?

Ezechiël 12:22 Meaning and Commentary

Ezekiel 12:22

Son of man, what [is] that proverb [that] ye have in the land
of Israel
Which question is put, as ignorant of it, but as filled with indignation at the impiety and boldness of those that used it, and in order to expose the wickedness and folly of it: saying, the days are prolonged;
the days of affliction and distress; the time of Jerusalem's destruction, and of the Babylonish captivity, these were not to be of a long time; and therefore they were ready to flatter themselves they would never be, at least in their days; and hence, because judgment was not immediately executed, their hearts were set in them to do evil; and thus they abused the patience and long suffering of God, and they used this and the following expression so often, and so long, that they became proverbial to them: and every vision faileth?
or "perishes" F2; every prophecy comes to nothing; no one is fulfilled; at least because not at, once, therefore they concluded it never would, or, however, hoped it never would; and so pleased themselves, and continued in their impenitence and unbelief, and contempt of prophecy.


FOOTNOTES:

F2 (dba) "peribit", Munster, Montanus, Tigurine version, Junius & Tremellius, Polanus, Piscator; "periit", Starckius.

Ezechiël 12:22 In-Context

20 En de bewoonde steden zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.
21 Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot mij, zeggende:
22 Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan?
23 Daarom zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal dit spreekwoord doen ophouden, dat zij het niet meer ten spreekwoord gebruiken zullen in Israel. Maar spreek tot hen: De dagen zijn nabij gekomen, en het woord van ieder gezicht.
24 Want geen ijdel gezicht zal er meer wezen, noch vleiende waarzegging, in het midden van het huis Israels.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.