Ezechiël 40:9

9 Toen mat hij het andere voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen.

Ezechiël 40:9 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:9

Then measured he the porch of the gate, eight cubits
This could not be the length of the porch from gate to gate, or from east to west, as Lipman F26; since there were five cubits between every little chamber; but the breadth of it from north to south, and was four yards and two feet over: and the posts thereof two cubits;
these were columns or pillars placed on each side of the porch, or at the portal of the gate, of two cubits, or a yard and half a foot thick; which, added to the other eight cubits, made the entrance ten cubits, as in ( Ezekiel 40:11 ) what these posts, pillars, or columns signify, see on ( Ezekiel 40:14 Ezekiel 40:16 ) : and the porch of the gate was inward;
this was the porch of the inward gate; or this was the measure of the porch within the gate.


FOOTNOTES:

F26 Ibid. (Lipman. Tzaurath Beth Hamikdash), sect. 6.

Ezechiël 40:9 In-Context

7 En elk kamertje een riet de lengte, en een riet de breedte; en tussen de kamertjes vijf ellen; en den dorpel der poort, bij het voorhuis der poort van binnen, een riet.
8 Ook mat hij het voorhuis der poort van binnen, een riet.
9 Toen mat hij het andere voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen.
10 En de kamertjes der poort, den weg naar het oosten, waren drie van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden enerlei maat; ook hadden de posten, van deze en van gene zijde, enerlei maat.
11 Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.