Ezechiël 40:10

10 En de kamertjes der poort, den weg naar het oosten, waren drie van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden enerlei maat; ook hadden de posten, van deze en van gene zijde, enerlei maat.

Ezechiël 40:10 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:10

And the little chambers of the gate eastward
Where the man now was, and was measuring; and the like chambers there were in the other gates, and of the same measure; of which chambers (See Gill on Ezekiel 40:7): were three on this side, and three on that side;
three on the right side of the porch to the north, and three on the left side of it to the south: they three were of one measure;
one reed, or three yards and a half square, as in ( Ezekiel 40:7 ) and the posts had one measure on this side and on that side;
on the right and left, north and south of the inward gate of the porch, which measure was two cubits, ( Ezekiel 40:9 ) .

Ezechiël 40:10 In-Context

8 Ook mat hij het voorhuis der poort van binnen, een riet.
9 Toen mat hij het andere voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen.
10 En de kamertjes der poort, den weg naar het oosten, waren drie van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden enerlei maat; ook hadden de posten, van deze en van gene zijde, enerlei maat.
11 Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen.
12 En er was een ruim voor aan de kamertjes, van een el van deze, en een ruim van een el van gene zijde; en elk kamertje zes ellen van deze, en zes ellen van gene zijde.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.