Ezechiël 40:11

11 Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen.

Ezechiël 40:11 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:11

And he measured the breadth of the entry of the gate, ten
cubits
Five yards, two feet and a half: this was the measure of the eastern gate, whether outward or inward; for they were both of a measure, as appears from the thresholds being alike: and the length of the gate, thirteen cubits;
that is, the height of it; it was seven yards and three inches high; a prodigious gate this! a fit emblem of our Lord Jesus Christ, as the open door, the gate of life, through which whoever enters shall be saved; and there is room for multitudes to enter.

Ezechiël 40:11 In-Context

9 Toen mat hij het andere voorhuis der poort, acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der poort was van binnen.
10 En de kamertjes der poort, den weg naar het oosten, waren drie van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden enerlei maat; ook hadden de posten, van deze en van gene zijde, enerlei maat.
11 Voorts mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de lengte der poort, dertien ellen.
12 En er was een ruim voor aan de kamertjes, van een el van deze, en een ruim van een el van gene zijde; en elk kamertje zes ellen van deze, en zes ellen van gene zijde.
13 Toen mat hij de poort van het dak van het ene kamertje af tot aan het dak van een ander; de breedte was vijf en twintig ellen; deur was tegenover deur.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.