2
Den zoon van Sallum, den zoon van Zadok, den zoon van Ahitub,
3
Den zoon van Amarja, den zoon van Azarja, den zoon van Merajoth,
4
Den zoon van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,
5
Den zoon van Abisua, den zoon van Pinehas, den zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den hoofdpriester.
6
Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.