Genesis 13:11

11 Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der Jordaan, en Lot trok tegen het oosten; en zij werden gescheiden, de een van den ander.

Genesis 13:11 Meaning and Commentary

Genesis 13:11

Then Lot chose him all the plain of Jordan
Because of its good pasturage, and because of the plenty of water there; the want of both which was the inconvenience he had laboured under, and had occasioned the strife between his and Abram's servants: and Lot journeyed east,
or "eastward"; for the plain of Jordan, and that part of the land on which Sodom and Gomorrah stood, were to the east of Bethel: the phrase is by some rendered "from the east" ^F25, and the particle used most commonly so signifies; and Jarchi observes, that he journeyed from east to west; and Aben Ezra says, that Sodom was at the west of Bethel, in which he is most certainly wrong, for it was most clearly in the eastern part of the land; wherefore others, that follow this version, interpret it, that he went from the east of Bethel, or he went into that country situated at the east with respect to the land of Canaan; but it is best to render it as we do, east or eastward, to or towards the east ^F26: and they separated themselves the one from the other;
that is, Abram and Lot, they parted good friends by consent; and the one went with his family, flocks, and herds, to one place, and settled there; and the other in another place, and so further animosities and contentions were prevented.

---

FOOTNOTES:

F25 (Mdqm) "ab Oriente", V. L. Pagninus, Montanus, Tigurine version, Cocceius, Schmidt.
F26 "Orientem versus", Junius & Tremellius, Piscator, Drusius, Cartwrightus.

Genesis 13:11 In-Context

9 Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u toch van mij; zo gij de linkerhand kiest, zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo gij de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan.

10 En Lot hief zijn ogen op, en hij zag de ganse vlakte der Jordaan, dat zij die geheel bevochtigde; eer de HEERE Sodom en Gomorra verdorven had, was zij als de hof des HEEREN, als Egypteland, als gij komt te Zoar.

11 Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der Jordaan, en Lot trok tegen het oosten; en zij werden gescheiden, de een van den ander.

12 Abram dan woonde in het land Kanaan; en Lot woonde in de steden der vlakte, en sloeg tenten tot aan Sodom toe.

13 En de mannen van Sodom waren boos, en grote zondaars tegen den HEERE.