Genesis 19:15

15 En als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw, en uw twee dochteren, die voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt.

Genesis 19:15 Meaning and Commentary

Genesis 19:15

And when the morning arose
When it was break of day, for as yet the sun was not risen, nor did it rise until Lot got to Zoar, ( Genesis 19:23 ) . He was now returned from his sons-in-law, and by this time it began to be light: then the angels hastened Lot;
urged him to get out of his house as fast as he could: saying, arise, take thy wife, and thy two daughters, which are here;
from whence Aben Ezra, and others, have concluded, as has been observed, that he had other daughters elsewhere, which they suppose were married to men of Sodom; but the phrase, "which are here", or "are found", or "are present" ^F20, relates to his wife, as well as his daughters, and only signifies, that he should take all his relations that were present; and these may be only opposed to and distinguished from his sons-in-law that were absent, and refused to hearken to his advice and exhortations. Onkelos paraphrases the words, "who are found faithful with thee"; who believed what the angels said concerning the destruction of Sodom, as well as he, as did his wife and two daughters: lest thou be consumed in the iniquity of the city;
in the punishment inflicted on the city for their iniquity. See ( Revelation 18:4 ) .

---

FOOTNOTES:

F20 (taumnh) "quae inveniuntur", Pagninus, Montanus; "quae adsunt", Junius & Tremellius, Piscator; "quae praesentes", Fagius, Munster, Cocceius.

Genesis 19:15 In-Context

13 Want wij gaan deze plaats verderven, omdat haar geroep groot geworden is voor het aangezicht des HEEREN, en de HEERE ons uitgezonden heeft, om haar te verderven.

14 Toen ging Lot uit, en sprak tot zijn schoonzonen, die zijn dochteren nemen zouden, en zeide: Maakt u op, gaat uit deze plaats; want de HEERE gaat deze stad verderven. Maar hij was in de ogen zijner schoonzonen als jokkende.

15 En als de dageraad opging, drongen de engelen Lot aan, zeggende: Maak u op, neem uw huisvrouw, en uw twee dochteren, die voorhanden zijn, opdat gij in de ongerechtigheid dezer stad niet omkomt.

16 Maar hij vertoefde; zo grepen dan die mannen zijn hand, en de hand zijner vrouw, en de hand zijner twee dochteren, om de verschoning des HEEREN over hem; en zij brachten hem uit, en stelden hem buiten de stad.

17 En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: behoud u om uws levens wil; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; behoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.