Genesis 24:61

61 En Rebekka maakte zich op met haar jonge dochteren, en zij reden op kemelen, en volgden den man; en die knecht nam Rebekka, en toog heen.

Genesis 24:61 Meaning and Commentary

Genesis 24:61

And Rebekah arose, and her damsels
Her maids that were given her by her parents to wait upon her, as was usual in those times and countries: and they rode upon the camels;
that Abraham's servant had brought with him: and followed the man;
who rode before and directed the way; the sense is only, that she went along with him: and the servant took Rebekah, and went his way;
took her under his care, and to be the wife of his master's son, at the hands of her friends, and then set forward on his journey.

Genesis 24:61 In-Context

59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.
60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!
61 En Rebekka maakte zich op met haar jonge dochteren, en zij reden op kemelen, en volgden den man; en die knecht nam Rebekka, en toog heen.
62 Izak nu kwam, van daar men komt tot den put Lachai-Roi; en hij woonde in het zuiderland.
63 En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van den avond; en hij hief zijn ogen op en zag toe, en ziet, de kemelen kwamen!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.