Genesis 24:59

59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.

Genesis 24:59 Meaning and Commentary

Genesis 24:59

And they sent away Rebekah their sister
Not in a pet or angry humour, but with good will; they agreed she should go, and took their leave in a very honourable and affectionate manner. This is to be understood of her brother Laban, and of other brethren and sisters she might have; though by the connection of the words with the preceding, they seem to design her brother and mother, who spoke last; and probably all her relations are meant, who call her their sister, because so nearly related to them: and her nurse:
who had been her nurse in former times, as Aben Ezra observes, in her infancy, for whom she had a particular affection, as is often the case; her name was Deborah, as appears from ( Genesis 35:8 ) : and Abraham's servant, and his men;
who were dismissed in an handsome manner by the family.

Genesis 24:59 In-Context

57 Toen zeiden zij: Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen.
58 En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken.
59 Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen.
60 En zij zegenden Rebekka, en zeiden tot haar: O, onze zuster! wordt gij tot duizenden millioenen, en uw zaad bezitte de poort zijner haters!
61 En Rebekka maakte zich op met haar jonge dochteren, en zij reden op kemelen, en volgden den man; en die knecht nam Rebekka, en toog heen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.