Genesis 31:16

16 Want al de rijkdom, welke God onze vader heeft ontrukt, die is onze, en van onze zonen; nu dan, doe alles, wat God tot u gezegd heeft.

Genesis 31:16 Meaning and Commentary

Genesis 31:16

For all the riches which God hath taken from our father
And given to Jacob for his labour: that [is] ours, and our children's;
it belonged to us by the law of nature, before it came into thine hands; and our right unto it is still more manifest, and is confirmed by the service thou hast done for it, by which means it came into thy possession; and therefore it is no point of conscience with us, nor need it be any with thee especially, to go off with it: now then, whatsoever God hath said unto thee, do;
for that must needs be right: this was well spoken indeed; they mean, that he should leave their father's house, and go into the land of Canaan, as God had directed him; and they signified that they were willing: to go along with him.

Genesis 31:16 In-Context

14 Toen antwoordden Rachel en Lea, en zeiden tot hem: Is er nog voor ons een deel of erfenis, in het huis onzes vaders?

15 Zijn wij niet vreemden van hem geacht? Want hij heeft ons verkocht, en hij heeft ook steeds ons geld verteerd.

16 Want al de rijkdom, welke God onze vader heeft ontrukt, die is onze, en van onze zonen; nu dan, doe alles, wat God tot u gezegd heeft.

17 Toen maakte zich Jakob op, en laadde zijn zonen en zijn vrouwen op kemelen.

18 En hij voerde al zijn vee weg, en al zijn have, die hij gewonnen had, het vee, dat hij bezat, hetwelk hij in Paddan-Aram geworven had, om te komen tot Izak, zijn vader, naar het land Kanaan.