Genesis 31:15

15 Zijn wij niet vreemden van hem geacht? Want hij heeft ons verkocht, en hij heeft ook steeds ons geld verteerd.

Genesis 31:15 Meaning and Commentary

Genesis 31:15

Are we not accounted of him strangers?
&c.] He had not treated them as children, nor even as freeborn persons; but as if they were foreigners that he had taken in war, or bought of others; or at least, that they were born bondmaids in his house, and so had a right to sell them as he had: for he hath sold us;
he had sold them to Jacob for fourteen years' service, as if they had been his slaves, instead of giving dowries with them as his children: and hath quite devoured also our money;
that which he got by the servitude of Jacob, instead of giving it to them as their portion; he spent it on himself and his sons, and there was nothing left for them.

Genesis 31:15 In-Context

13 Ik ben die God van Beth-El, alwaar gij het opgerichte teken gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u op, vertrek uit dit land, en keer weder in het land uwer maagschap.
14 Toen antwoordden Rachel en Lea, en zeiden tot hem: Is er nog voor ons een deel of erfenis, in het huis onzes vaders?
15 Zijn wij niet vreemden van hem geacht? Want hij heeft ons verkocht, en hij heeft ook steeds ons geld verteerd.
16 Want al de rijkdom, welke God onze vader heeft ontrukt, die is onze, en van onze zonen; nu dan, doe alles, wat God tot u gezegd heeft.
17 Toen maakte zich Jakob op, en laadde zijn zonen en zijn vrouwen op kemelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.