Genesis 32:1

1 Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen Gods ontmoetten hem.

Genesis 32:1 Meaning and Commentary

Genesis 32:1

And Jacob went on his way
From Gilead towards the land of Canaan: and the angels of God met him;
to comfort and help him, to protect and defend him, to keep him in all his ways, that nothing hurt him, ( Psalms 91:11 Psalms 91:12 ) ; these are ministering spirits sent forth by God to minister to his people, the heirs of salvation; and such an one Jacob was.

Genesis 32:1 In-Context

1 Jakob toog ook zijns weegs; en de engelen Gods ontmoetten hem.
2 En Jakob zeide, met dat hij hen zag: Dit is een heirleger Gods! en hij noemde den naam derzelver plaats Mahanaim.
3 En Jakob zond boden uit voor zijn aangezicht tot Ezau, zijn broeder, naar het land Seir, de landstreek van Edom.
4 En hij gebood hun, zeggende: Zo zult gij zeggen tot mijn heer, tot Ezau: Zo zegt Jakob, uw knecht: Ik heb als vreemdeling gewoond bij Laban, en heb er tot nu toe vertoefd;
5 En ik heb ossen en ezelen, schapen en knechten en maagden; en ik heb gezonden om mijn heer aan te zeggen, opdat ik genade vinde in uw ogen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.