Genesis 41:10

10 Farao was zeer vertoornd op zijn dienaars, en leverde mij in bewaring ten huize van den overste der trawanten, mij en den overste der bakkers.

Genesis 41:10 Meaning and Commentary

Genesis 41:10

Pharaoh was wroth with his servants
Not with all of them, but with the butler and the baker. Aben Ezra observes here, that Pharaoh was not the proper name of this king, but a title of office, and signifies the king; for it cannot be thought that the butler would use such freedom in his presence as to call him by his name: the true name of this prince, according to the eastern writers ^F6, was Rian ben Walid; others take him to be Aphophis, the third of the Hycsi, or pastor kings: but, according to Bishop Usher ^F7, his name was Mephramuthosis: and put me in ward in the captain of the guard's house:
in consequence of his wrath and displeasure, for crimes really or supposed to be committed by him; and the captain of the guard's house was a prison, or at least there was a prison in it for such sort of offenders; and this was Potiphar's, Joseph's master's, house: [both] me and the chief baker;
which explains who the officers were Pharaoh was wroth with, and who were for their offences committed to prison.

---

FOOTNOTES:

F6 Juchasin, fol. 135. 2.
F7 Annales Ver. Test. p. 14.

Genesis 41:10 In-Context

8 En het geschiedde in den morgenstond, dat zijn geest verslagen was, en hij zond heen, en riep al de tovenaars van Egypte, en al de wijzen, die daarin waren; en Farao vertelde hun zijn droom; maar er was niemand, die ze aan Farao uitlegde.

9 Toen sprak de overste der schenkers tot Farao, zeggende: Ik gedenk heden aan mijn zonden.

10 Farao was zeer vertoornd op zijn dienaars, en leverde mij in bewaring ten huize van den overste der trawanten, mij en den overste der bakkers.

11 En in een nacht droomden wij een droom, ik en hij; wij droomden elk naar de uitlegging zijns drooms.

12 En aldaar was bij ons een Hebreeuws jongeling, een knecht van den overste der trawanten; en wij vertelden ze hem, en hij legde ons onze dromen uit; een ieder legde hij ze uit, naar zijn droom.