Genesis 44:2

2 En mijn beker, den zilveren beker, zult gij leggen in den mond van den zak des kleinsten, met het geld van zijn koren. En hij deed naar Jozefs woord, hetwelk hij gesproken had.

Genesis 44:2 Meaning and Commentary

Genesis 44:2

And put my cup, the silver cup, in the sack's mouth of the
youngest
Benjamin; this he ordered to be done, partly to put him in apparent danger, and try how his brethren would behave towards him in such circumstances, and thereby know how they stood affected to him; and partly that he might have an excuse for retaining him with him. This cup was valuable both for the matter of it, being of silver, and for the use of it, being what Joseph himself drank out of: and by the word used to express it, it seems to have been a large embossed cup, a kind of goblet, for it has the signification of a little hill. Jarchi says it was a long cup, which they called "mederno". The Septuagint render it by "condy", which is said to be a Persian word, and a kind of an Attalic cup, that held ten cotylae F7, or four or five quarts, and weighed ninety ounces; but a cup so large seems to be too large to drink out of: and his corn money;
what he had paid for his corn: and he did according to the word that Joseph had spoken;
put every man's money in the mouth of his sack, and his silver cup with the corn money into Benjamin's sack.


FOOTNOTES:

F7 Nicomachus de festis Aegypt. apud Athenaeum, l. 11. c. 7.

Genesis 44:2 In-Context

1 En hij gebood dengene, die over zijn huis was, zeggende: Vul de zakken dezer mannen met spijze, naar dat zij zullen kunnen dragen, en leg ieders mans geld in den mond van zijn zak;
2 En mijn beker, den zilveren beker, zult gij leggen in den mond van den zak des kleinsten, met het geld van zijn koren. En hij deed naar Jozefs woord, hetwelk hij gesproken had.
3 Des morgens, als het licht werd, zo liet men deze mannen trekken, hen en hun ezelen.
4 Zij zijn ter stad uitgegaan; zij waren niet verre gekomen, als Jozef tot dengene, die over zijn huis was, zeide: Maak u op, en jaag die mannen achterna; en als gij hen zult achterhaald hebben, zo zult gij tot hen zeggen: Waarom hebt gij kwaad voor goed vergolden?
5 Is het deze niet, waaruit mijn heer drinkt? en waarbij hij iets zekerlijk waarnemen zal? Gij hebt kwalijk gedaan, wat gij gedaan hebt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.