Handelingen 13:19

19 En zeven volken uitgeroeid hebbende in het land Kanaan, heeft Hij hun door het lot het land derzelve uitgedeeld.

Handelingen 13:19 Meaning and Commentary

Acts 13:19

And when he had destroyed seven nations in the land of
Canaan
The Canaanites, Hittites, Amorites, Perizzites, Hivites, Jebusites, and Girgashites; and the name of seven nations is what they are usually called by in Jewish writings; and though they were not utterly destroyed, or everyone of them put to death, or driven out, for some remained to be thorns in the sides of the Israelites; yet they were so wasted and conquered, that they could never recover any more: he divided their land to them; every tribe had its portion of it assigned, by lot; see ( Joshua 14:1-3 ) .

Handelingen 13:19 In-Context

17 De God van dit volk Israel heeft onze vaderen uitverkoren, en het volk verhoogd, als zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid.
18 En heeft omtrent den tijd van veertig jaren hun zeden verdragen in de woestijn.
19 En zeven volken uitgeroeid hebbende in het land Kanaan, heeft Hij hun door het lot het land derzelve uitgedeeld.
20 En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij hun rechters, tot op Samuel, den profeet.
21 En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.