Handelingen 19:13

13 En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde duivel bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!

Handelingen 19:13 Meaning and Commentary

Acts 19:13

Then certain of the vagabond Jews
Who strolled about from place to place, pretending to tell fortunes, cure diseases by charms, and dispossess devils by conjuration, and therefore are called as follows,

exorcists;
such there were among the Jews, as Justin Martyr observes {h}, who adjured by the God of Abraham, Isaac, and Jacob: these

took upon them to call over them which had evil spirits, the name of
the Lord Jesus;
they imitated the Apostle Paul, and attempted to do as he did, using the same: name; hoping to get money or applause, or both, in this way; and it may be observed, that there were some who really did cast out devils in the name of Christ, who did not belong to him, ( Matthew 7:22 ) ( Mark 8:38 )

Saying, we adjure you by Jesus, whom Paul preacheth;
that is, to come out the bodies of those men which they had possessed: and the Jews made use of the name of Jesus for healing diseases; for it is said of one ^F9, that

``he swallowed something which almost choked him, and one came, and muttered to him in the name of Jesus ben Pandira, and he was well''

The Alexandrian copy, Beza's ancient one, and others, the Vulgate Latin and Syriac versions, read, "I adjure you"

---

FOOTNOTES:

F8 Dialog. cum Tryphon. p. 311.
F9 T. Hieros. Sabbat, fol. 14. 4. & Avoda Zara, fol. 40. 4.

Handelingen 19:13 In-Context

11 En God deed ongewone krachten door de handen van Paulus;

12 Alzo dat ook van zijn lijf op de kranken gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de ziekten van hen weken, en de boze geesten van hen uitvoeren.

13 En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde duivel bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!

14 Dezen nu waren zekere zeven zonen van Sceva, een Joodsen overpriester, die dit deden.

15 Maar de boze geest, antwoordende, zeide: Jezus ken ik, en Paulus weet ik; maar gijlieden, wie zijt gij?