Handelingen 19:14

14 Dezen nu waren zekere zeven zonen van Sceva, een Joodsen overpriester, die dit deden.

Handelingen 19:14 Meaning and Commentary

Acts 19:14

And there were seven sons of one Sceva a Jew
Who strolled about the country, and used exorcisms: and

chief of the priests;
that were at Ephesus; not the high priest of the Jews, for he would have been at Jerusalem, and not at Ephesus; though indeed it does not necessarily follow from the words, that Sceva himself was there, only his seven sons: however, no such name appears in the catalogue of the Jewish high priests, nor is it reasonable to think, that seven sons of an high priest should follow such a vagabond course of life: Beza's ancient copy only calls him "a priest"; and the Alexandrian copy reads his name, Sceuta, and the Ethiopic version omits it; it is the same with (hawko) , and signifies a spectator, or observer; see the Targum on ( 2 Samuel 13:34 ) ( Isaiah 21:6 ) .

which did so;
adjured the devils in the name of Jesus, to come out; at least they did so in one case, as follows.

Handelingen 19:14 In-Context

12 Alzo dat ook van zijn lijf op de kranken gedragen werden de zweetdoeken of gordeldoeken, en dat de ziekten van hen weken, en de boze geesten van hen uitvoeren.
13 En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde duivel bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!
14 Dezen nu waren zekere zeven zonen van Sceva, een Joodsen overpriester, die dit deden.
15 Maar de boze geest, antwoordende, zeide: Jezus ken ik, en Paulus weet ik; maar gijlieden, wie zijt gij?
16 En de mens, in welken de boze geest was, sprong op hen, en hen meester geworden zijnde, kreeg de overhand tegen hen, alzo dat zij naakt en gewond uit dat huis ontvloden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.