Jeremia 39:11

11 Maar van Jeremia had Nebukadrezar, de koning van Babel, bevel gegeven in de hand van Nebuzaradan, den overste der trawanten, zeggende:

Jeremia 39:11 Meaning and Commentary

Jeremiah 39:11

Now Nebuchadrezzar king of Babylon gave charge concerning
Jeremiah to Nebuzaradan the captain of the guard
Of whom he had heard, by one or another of his generals or officers; who had been informed, by those Jews that deserted to them, that Jeremiah had prophesied of the taking of the city by the Chaldeans; had advised the people to fall off to them; and had even exhorted the king and princes to surrender up the city, and themselves, unto them; and that he had suffered much on this account; wherefore the Lord put it into the heart of this monarch, otherwise not at all disposed to the prophets of the Lord, to show regard to him; and therefore, when he sent Nebuzaradan upon an expedition to Jerusalem, he gave him a particular charge concerning Jeremiah: saying;
as follows:

Jeremia 39:11 In-Context

9 Het overige nu des volks, die in de stad waren overgebleven, en de afvalligen, die tot hem gevallen waren, met het overige des volks, die overgebleven waren, voerde Nebuzaradan, de overste der trawanten, gevankelijk naar Babel.
10 Maar van het volk, die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij gaf hun te dien dage wijngaarden en akkers.
11 Maar van Jeremia had Nebukadrezar, de koning van Babel, bevel gegeven in de hand van Nebuzaradan, den overste der trawanten, zeggende:
12 Neem hem, en stel uw ogen op hem, en doe hem niets kwaads; maar gelijk als hij tot u spreken zal, doe alzo met hem.
13 Zo zond Nebuzaradan, de overste der trawanten, mitsgaders Nebusazban Rab-Saris en Nergal-Sarezer Rab-Mag, en al de oversten des konings van Babel;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.