Jeremia 52:7

7 Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den weg des vlakken velds.

Jeremia 52:7 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:7

Then the city was broken up
Either its gates were broke open, some one or other of them; or a breach was made in the walls of it, through which the Chaldean army entered: and all the men of war fled;
the soldiers, with their officers, not being able to stand before the army of the king of Babylon: and went forth out of the city by night;
at which time, very probably, the attack was made, and the gates of the city forced open, or the walls broke down; Josephus F16 says it was taken in the middle of the night: by the way of the gate between the two walls, which [was] by the king's
garden; (See Gill on Jeremiah 39:4); now the Chaldeans [were] by the city round about;
as part of their army entered into it, the other part surrounded it; or, however, were placed at the gates and avenues all around, that none might escape: and they went by the way of the plain;
that is, the men of war or soldiers that fled, together with King Zedekiah, his family and princes; see ( Jeremiah 39:4 ) .


FOOTNOTES:

F16 Antiqu. l. 10. c. 8. sect. 2. Ed. Hudson.

Jeremia 52:7 In-Context

5 Alzo kwam de stad in belegering, tot in het elfde jaar van den koning Zedekia.
6 In de vierde maand, op den negenden der maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had;
7 Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den weg des vlakken velds.
8 Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho; en al zijn heir werd van bij hem verstrooid.
9 Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning van Babel naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen hem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.