Jozua 12:10

10 De koning van Jeruzalem, een; de koning van Hebron, een;

Jozua 12:10 Meaning and Commentary

Joshua 12:10

The king of Jerusalem, one
Whose name was Adonizedek, and was one of the five kings taken and hanged, ( Joshua 10:1 Joshua 10:26 ) ;

the king of Hebron, one;
another of the five kings, whose name was Hoham, ( Joshua 10:3 ) .

Jozua 12:10 In-Context

8 Wat op het gebergte, en in de laagte, en in het vlakke veld, en in de aflopingen der wateren, en in de woestijn, en tegen het zuiden was: de Hethieten, de Amorieten, en Kanaanieten, de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten.
9 De koning van Jericho, een; de koning van Ai, die ter zijde van Beth-El is, een;
10 De koning van Jeruzalem, een; de koning van Hebron, een;
11 De koning van Jarmuth, een; de koning van Lachis, een;
12 De koning van Eglon, een; de koning Gezer, een;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.