Jozua 5:7

7 Maar hun zonen heeft Hij aan hun plaats gesteld; die heeft Jozua besneden, omdat zij de voorhuid hadden; want zij hadden hen op den weg niet besneden.

Jozua 5:7 Meaning and Commentary

Joshua 5:7

And the children [whom] he raised up in their stead, them
Joshua circumcised
Who were born to them in the wilderness, and succeeded them, some of which might be near forty years of age; as for those that were born before, of which there might be many now living, they had been circumcised already, but others, were not:

for they were circumcised, because they had not circumcised them by
the way;
or while journeying the forty years in the wilderness; which, as before observed, seems to be the true reason of the omission of circumcision.

Jozua 5:7 In-Context

5 Want al het volk, dat er uittoog, was besneden; maar al het volk, dat geboren was in de woestijn op den weg, nadat zij uit Egypte getrokken waren, hadden zij niet besneden.
6 Want de kinderen Israels wandelden veertig jaren in de woestijn, totdat vergaan was het ganse volk der krijgslieden, die uit Egypte gegaan waren; die de stem des HEEREN niet gehoorzaam geweest waren, denwelken de HEERE gezworen had, dat Hij hun niet zoude laten zien het land, hetwelk de HEERE hun vaderen gezworen had ons te zullen geven, een land vloeiende van melk en honig.
7 Maar hun zonen heeft Hij aan hun plaats gesteld; die heeft Jozua besneden, omdat zij de voorhuid hadden; want zij hadden hen op den weg niet besneden.
8 En het geschiedde, als men een einde gemaakt had van al dat volk te besnijden, zo bleven zij in hun plaats in het leger, totdat zij genezen waren.
9 Verder sprak de HEERE tot Jozua: Heden heb Ik den smaad van Egypte van ulieden afgewenteld; daarom noemde men den naam dier plaats Gilgal, tot op dezen dag.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.