Leviticus 13:22

22 Zo zij daarna gans in het vel uitgespreid zal zijn, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag.

Leviticus 13:22 Meaning and Commentary

Leviticus 13:22

And if it spread much abroad in the skin
Upon viewing it on the seventh day, though it is not expressed, the swelling or bright spot; or "in spreading spread"; (See Gill on Leviticus 13:7); which Ben Gersom interprets, not of the skin of the flesh, but of the ulcer: then the priest shall pronounce him unclean;
even though there are no white hairs in it, nor is it lower than the skin, yet is not at a stand or contracted, but spreading: it [is] a plague;
or stroke; it is one sort of a leprosy, and such an one as makes a man unclean in a ceremonial sense.

Leviticus 13:22 In-Context

20 Indien de priester merken zal, dat, ziet, haar aanzien lager is dan het vel, en derzelver haar in wit veranderd is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid, zij is door de zweer uitgebot.

21 Wanneer nu de priester die bezien zal hebben, dat, ziet, geen wit haar daaraan is, en die niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, zo zal de priester hem zeven dagen opsluiten.

22 Zo zij daarna gans in het vel uitgespreid zal zijn, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is de plaag.

23 Maar indien de blaar in haar plaats zal staande blijven, niet uitgespreid zijnde, het is de roof van die zweer, zo zal de priester hem rein verklaren;

24 Of wanneer in het vel des vleses een vurige brand zal geweest zijn, en het gezonde van dien brand een witte roodachtige of witte blaar is;