Leviticus 13:8

8 Indien de priester merken zal, dat, ziet, de verzwering in het vel uitgespreid is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid.

Leviticus 13:8 Meaning and Commentary

Leviticus 13:8

And [if] the priest see that, behold, the scab spreadeth in
the skin
Is not at a stay, as when he looked at it a second and third time:

then the priest shall pronounce him unclean;
a leprous person; to be absolutely so, as Jarchi expresses it; and so obliged to the birds (to bring birds for his cleansing), and to shaving, and to the offering spoken of in this section, as the same writer observes:

it [is] a leprosy:
it is a clear and plain case that it was one, and no doubt is to be made of it, it is a spreading leprosy: as sin is; it spreads itself over all the powers and faculties of the soul, and over all the members of the body; and it spreads more and more in every stage of life, unless and until grace puts a stop to it.

Leviticus 13:8 In-Context

6 En de priester zal hem andermaal op den zevenden dag bezien; indien, ziet, de plaag ingetrokken, en de plaag in het vel niet uitgespreid is, zo zal de priester hem rein verklaren; het was een verzwering; en hij zal zijn klederen wassen, zo is hij rein.

7 Maar zo de verzwering in het vel ganselijk uitgespreid is, nadat hij aan den priester tot zijn reiniging zal vertoond zijn, zo zal hij andermaal aan den priester vertoond worden.

8 Indien de priester merken zal, dat, ziet, de verzwering in het vel uitgespreid is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid.

9 Wanneer de plaag der melaatsheid in een mens zal zijn, zo zal hij tot den priester gebracht worden.

10 Indien de priester merken zal, dat, ziet, een wit gezwel in het vel is, hetwelk het haar in wit veranderd heeft, en gezondheid van levend vlees in dat gezwel is;