Leviticus 5:7

7 Maar indien zijn hand zoveel niet bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, die hij gezondigd heeft, den HEERE brengen twee tortelduiven, of twee jonge duiven, een ten zondoffer, en een ten brandoffer.

Leviticus 5:7 Meaning and Commentary

Leviticus 5:7

And if he be not able to bring a lamb
He is not possessed of a lamb, nor able to purchase one:

then he shall bring for his trespass which he hath committed, two
turtledoves, or two young pigeons, unto the Lord;
either the one or the other; these were common, and in great plenty in the land of Israel, as Maimonides ^F25 observes, which was the reason of their being ordered, since to be had cheap. The turtledoves were larger, as the Targum of Jonathan calls them, being older, and the pigeons lesser, being young; or the one were grown, and not little, and the other little, and not grown, as the Jewish writers ^F26 observe; and either of them were proper emblems of Christ in his purity, innocence, and meekness, by whom an atonement is made both for the rich and poor:

one for a sin offering, and the other for a burnt offering;
one of the turtle doves or pigeons, whichsoever were brought, was offered up as a sin offering, and the other that remained was offered up as a burnt offering; so that the poor man had two sorts of offerings out of what he brought, when the rich had but one; and may denote the completeness of his sacrifice, and the full atonement made by it.

---

FOOTNOTES:

F25 Moreh Nevochim, par. 3. c. 46.
F26 Maimon & Bartenora in Misn. Cholin, c. 1. sect. 5.

Leviticus 5:7 In-Context

5 Het zal dan geschieden, als hij aan een van die schuldig is, dat hij belijden zal, waarin hij gezondigd heeft;

6 En tot zijn schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, brengen zal een wijfje van klein vee, een lam of een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening doen.

7 Maar indien zijn hand zoveel niet bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, die hij gezondigd heeft, den HEERE brengen twee tortelduiven, of twee jonge duiven, een ten zondoffer, en een ten brandoffer.

8 En hij zal die tot den priester brengen, welke eerst die zal offeren, die tot het zondoffer is; en zal zijn hoofd met zijn nagel nevens haar nek splijten, maar niet afscheiden.

9 En van het bloed des zondoffers zal hij aan den wand van het altaar sprengen; maar het overgeblevene van dat bloed zal uitgeduwd worden aan den bodem van het altaar; het is een zondoffer.