Leviticus 5:6

6 En tot zijn schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, brengen zal een wijfje van klein vee, een lam of een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening doen.

Leviticus 5:6 Meaning and Commentary

Leviticus 5:6

And he shall bring his trespass offering unto the Lord, for
the sin which he hath sinned
To make atonement for it; this was typical of the sacrifice of Christ, whose soul was made an offering for sin, (Mva) , "Asham" a trespass offering, ( Isaiah 53:10 ) where the same word is used as here:

a female from the flock, a lamb, or kid of the goats, for a sin
offering;
it is generally thought there was a difference between a trespass offering and a sin offering; but it is not easy to say wherein the difference lies; and what has been observed by learned men is not very satisfactory: and certain it is, that the same offering is here called both a trespass offering and a sin offering; and such as were men of substance, and capable of it, were to bring a female lamb or kid; it being for sins of ignorance, a sacrifice of a less value was admitted; yet it must be a lamb, typical of Christ the Lamb of God; and atonement cannot be made, even for sins of ignorance, but by the blood and sacrifice of Christ:

and the priest shall make an atonement for him concerning his sin;
that is, by offering his sacrifice for him, which was a type of the atonement made by the precious blood of Christ, as of a lamb without spot and blemish.

Leviticus 5:6 In-Context

4 Of als een mens zal gezworen hebben, onbedacht met zijn lippen uitsprekende, om kwaad te doen, of om goed te doen; naar al wat de mens in den eed onbedacht uitspreekt, en het is voor hem verborgen geweest, en hij zal het gewaar worden, zo is hij aan een van die schuldig.
5 Het zal dan geschieden, als hij aan een van die schuldig is, dat hij belijden zal, waarin hij gezondigd heeft;
6 En tot zijn schuldoffer den HEERE voor zijn zonde, die hij gezondigd heeft, brengen zal een wijfje van klein vee, een lam of een jonge geit, voor de zonde; zo zal de priester voor hem vanwege zijn zonde verzoening doen.
7 Maar indien zijn hand zoveel niet bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein vee, zo zal hij tot zijn offer voor de schuld, die hij gezondigd heeft, den HEERE brengen twee tortelduiven, of twee jonge duiven, een ten zondoffer, en een ten brandoffer.
8 En hij zal die tot den priester brengen, welke eerst die zal offeren, die tot het zondoffer is; en zal zijn hoofd met zijn nagel nevens haar nek splijten, maar niet afscheiden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.