Lukas 22:26

26 Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient.

Lukas 22:26 Meaning and Commentary

Luke 22:26

But ye shall not be so
(See Gill on Matthew 20:26) but he that is greatest among you;
in age or gifts, or would be thought to be the greatest, who is most ambitious of grandeur and authority, which perhaps might be Peter's case, who was the oldest man: let him be as the younger;
as John, the beloved disciple, who was the youngest of them; and be as modest, and as humble as he, and reckon himself as in his place, and condescend to men of low estates, and esteem each other, even the youngest, better than himself. So the phrase, (aryezkyh abrkyh) ^F18, "both greater and lesser", is used of the elder and younger. And he that is chief;
that is, a spiritual ruler and governor in the church of God, as all the disciples were: as he that doth serve;
for the apostles and ministers of the word, though they are over others in the Lord, and have the rule over them, yet they are servants for Jesus' sake, and so ought to reckon themselves; (See Gill on Matthew 20:27).

---

FOOTNOTES:

F18 Targum in 2 Chron. xxxi. 15.

Lukas 22:26 In-Context

24 En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn.

25 En Hij zeide tot hen: De koningen der volken heersen over hen; en die macht over hen hebben, worden weldadige heren genaamd.

26 Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient.

27 Want wie is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient.

28 En gij zijt degenen, die met Mij steeds gebleven zijt in Mijn verzoekingen.