Markus 10:34

34 En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.

Markus 10:34 Meaning and Commentary

Mark 10:34

And they shall mock him, and shall scourge him
The Gentiles, as the Roman soldiers did; the one at the connivance, and the other by the order of their governor:

and shall spit upon him;
on his face, as the Syriac and Persic versions render it, and as they did; see ( Mark 15:19 ) . This clause is placed by the Vulgate Latin, Arabic, and Ethiopic versions, between the two former; though, according to the order in which these things were executed, he was first scourged, then mocked, and then spit upon: all which express both the cruel and indecent usage he was to meet with:

and shall kill him, and the third day he shall rise again.
The Persic version between these two clauses read, "and shall put him in a grave"; which is not in any copy of this text, nor in any other version; nor indeed was this done by the Gentiles, but by Joseph of Arimathea.

Markus 10:34 In-Context

32 En zij waren op den weg, gaande op naar Jeruzalem; en Jezus ging voor hen; en zij waren verbaasd, en Hem volgende, waren zij bevreesd. En de twaalven wederom tot Zich nemende, begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem overkomen zouden;
33 Zeggende: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren, en den Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen, en Hem den heidenen overleveren;
34 En zij zullen Hem bespotten, en Hem geselen, en Hem bespuwen, en Hem doden; en ten derden dage zal Hij weder opstaan.
35 En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
36 En Hij zeide tot hen: Wat wilt gij, dat Ik u doe?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.