Mattheüs 13:10

10 En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?

Mattheüs 13:10 Meaning and Commentary

Matthew 13:10

And the disciples came, and said unto him
Not the twelve only, but others that were about him, as Mark says, who also were his disciples, and believed in him: these, when he was alone, came nearer to him, who, whilst he was preaching to the people, were at some little distance from him, either in the ship, or on the shore, though within the hearing of him, and addressed him after this manner;

why speakest thou unto them in parables?
not that this way of speaking was new and surprising to them; but because it was not easily understood, especially not by the common people, without an explanation, which, as yet, Christ had not given: and indeed the parable was not understood by the disciples themselves; who put this question, not only for the sake of the multitude, but for their own also, hoping to be favoured with the meaning of it.

Mattheüs 13:10 In-Context

8 En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig voud.

9 Wie oren heeft om te horen, die hore.

10 En de discipelen tot Hem komende, zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?

11 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.

12 Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.