Mattheüs 13:37

37 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;

Mattheüs 13:37 Meaning and Commentary

Matthew 13:37

He answered and said unto them
Being very ready to answer their request, and willing to communicate spiritual knowledge to them; thereby showing great condescension, and humility in himself, and great affection to them:

he that soweth the good seed, is the son of man;
he that is signified by the man that sowed good seed in his field, is "the son of man"; by whom he means himself, the seed of the woman; and the son of David; who being anointed with the Holy Ghost without measure, went about Judea and Galilee, preaching the everlasting Gospel, to the conversion of sinners, thereby making them good seed; though this may be understood of him, as including his apostles and ministers, whom he makes use of as instruments for the good of souls, by preaching the Gospel.

Mattheüs 13:37 In-Context

35 Opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: Ik zal Mijn mond opendoen door gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld.
36 Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.
37 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen;
38 En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen;
39 En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.