Numberi 27:1

1 Toen naderden de dochteren van Zelafead, den zoon van Hefer, den zoon van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse, den zoon van Jozef (en dit zijn de namen zijner dochteren: Machla, Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza);

Numberi 27:1 Meaning and Commentary

Numbers 27:1

Then came the daughters of Zelophehad
Who are mentioned among the families of Manasseh, under that of the Hepherites, ( Numbers 26:33 ) , their father being dead, and they having no brethren, when they heard the land was to be divided among those that were numbered, and who were only males of twenty years old and upwards, were concerned, lest they should have no share in the division of the land; and therefore came, according to the Targum of Jonathan, to the house of judgment, or court of judicature, where Moses, the princes were now sitting: the genealogy of Zelophehad is given;

he was the son of Hepher, the son of Gilead, the son of Machir, the son
of Manasseh, the son of Joseph;
by which it appears he was of the tribe of Manasseh, and of the fourth generation from him:

and these are the names of his daughters, Mahlah, Noah, ann Hoglah, and
Milcah, and Tirzah;
in the same order their names are given in ( Numbers 26:33 ) ( Joshua 17:3 ) , but in ( Numbers 36:11 ) , it is a little altered, Noah and Tirzah change places, which Jarchi says shows they were upon an equality one with another.

Numberi 27:1 In-Context

1 Toen naderden de dochteren van Zelafead, den zoon van Hefer, den zoon van Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, onder de geslachten van Manasse, den zoon van Jozef (en dit zijn de namen zijner dochteren: Machla, Noa, en Hogla, en Milka, en Tirza);
2 En zij stonden voor het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het aangezicht van de oversten, en van de ganse vergadering, aan de deur van de tent der samenkomst, zeggende:
3 Onze vader is gestorven in de woestijn, en hij is niet geweest in het midden der vergadering dergenen, die zich tegen den HEERE vergaderd hebben in de vergadering van Korach; maar hij is in zijn zonde gestorven, en had geen zonen.
4 Waarom zou de naam onzes vaders uit het midden van zijn geslacht weggenomen worden, omdat hij geen zoon heeft? Geef ons een bezitting in het midden der broederen van onzen vader.
5 En Mozes bracht haar rechtzaak voor het aangezicht des HEEREN.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.