Numberi 4:14

14 En zij zullen daarop leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen, de koolpannen, de krauwelen, en de schoffelen, en de sprengbekkens, al het gereedschap des altaars; en zij zullen daarover een deksel van dassenvellen uitspreiden, en zullen deszelfs handbomen aanleggen.

Numberi 4:14 Meaning and Commentary

Numbers 4:14

And they shall put upon it all the vessels thereof
Upon the altar covered with a blue cloth; on that were to be put everything belonging to the altar:

wherewith they minister about it;
the priests, when they offered sacrifice on it:

[even] the censers, the fleshhooks, and the shovels, and the basins,
all the vessels of the altar;
of which see ( Exodus 27:3 ) ;

and they shall spread upon it a covering of badgers' skins:
to prevent the rains falling upon them, which being all of brass, would be apt to tarnish:

and put to the staves of it;
which were made to bear and carry it on such an occasion as this, ( Exodus 27:6 Exodus 27:7 ) . No mention is made of the laver, though there is both in the Septuagint and Samaritan versions, which add,

``and they shall take a purple cloth and cover the layer, and its base, and shall put it into a covering of skin of a blue colour, and put it upon bearers:''

but perhaps the reason why this is not mentioned is, because it was carried uncovered; the mystery of which, Ainsworth conjectures, was this, that it might be a lively representation of the grace of God in Christ, continuing and opened as an ever springing fountain, where always God's elect, having faith in him, may wash and purge themselves in the blood of Christ unto forgiveness of sin sanctification of the Spirit, and salvation; see ( Zechariah 13:1 ) .

Numberi 4:14 In-Context

12 Zij zullen ook nemen alle gereedschap van den dienst, met hetwelk zij in het heiligdom dienen, en zullen het leggen in een kleed van hemelsblauw, en zullen hetzelve met een deksel van dassenvellen bedekken; en zij zullen het op den draagboom leggen.
13 En zij zullen de as van het altaar vegen, en zij zullen daarover een kleed van purper uitspreiden.
14 En zij zullen daarop leggen al zijn gereedschap, waarmede zij aan hetzelve dienen, de koolpannen, de krauwelen, en de schoffelen, en de sprengbekkens, al het gereedschap des altaars; en zij zullen daarover een deksel van dassenvellen uitspreiden, en zullen deszelfs handbomen aanleggen.
15 Als nu Aaron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst.
16 Het opzicht nu van Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, zal zijn over de olie des luchters, en het reukwerk der welriekende specerijen, en het gedurig spijsoffer, en de zalfolie; het opzicht des gansen tabernakels, en alles wat daarin is, aan het heiligdom en aan zijn gereedschap.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.