Psalmen 136:17

17 Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Psalmen 136:17 Meaning and Commentary

Psalms 136:17

To him which smote great kings
Either the thirty one kings in the land of Canaan; or those who are after particularly mentioned; which seems best, since the kings of Canaan were petty kings, when these were greater ones;

for his mercy [endureth] for ever;
the smiting of those kings were in mercy to Israel; both to preserve them from falling into their hands, and that they might possess their countries, as is later declared.

Psalmen 136:17 In-Context

15 Hij heeft Farao met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

16 Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

17 Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

18 En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

19 Sihon, de Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.