Psalmen 33:14

14 Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.

Psalmen 33:14 Meaning and Commentary

Psalms 33:14

From the place of his habitation
Which is heaven, that is, the habitation of his holiness, and of his glory, ( Isaiah 63:15 ) ;

he looketh upon all the inhabitants of the earth;
good and bad; and not the nation of Israel only, but the Gentile world, whom in former times he overlooked, but under the Gospel dispensation visits in a way of mercy; by sending his son to die for them, by spreading his Gospel among them, by calling them by his grace, by planting churches in the midst of them, and by continuing his word and ordinances with them.

Psalmen 33:14 In-Context

12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

13 De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.

14 Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.

15 Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.

16 Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;