Psalmen 33:13

13 De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.

Psalmen 33:13 Meaning and Commentary

Psalms 33:13

The Lord looketh from heaven
Where his throne and temple are, upon the earth and men, and things in it, as follows;

he beholdeth all the sons of men;
the evil and the good; which is contrary to the sense of many wicked men, who imagine he takes no notice of what is done here below; but his eye is upon all, upon all the workers of iniquity, how secret soever they may be; and not only his eye of Providence is upon good men, but his eye of love, grace, and mercy; and he has a special and distinct knowledge of them: agreeably to this are some expressions of Heathen writers; says one ^F5,

``the eye of God sees all things;''

says another ^F6,

``there is a great God in heaven who sees all things, and governs.''

---

FOOTNOTES:

F5 (panta idwn diov ofyalmov) Hesiod. Opera & Dies, l. 1. v. 263.
F6 (esti megav en ouranw) Sophoclis Electra, v. 174, 175.

Psalmen 33:13 In-Context

11 Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht.

12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

13 De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.

14 Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.

15 Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.