Psalmen 38:9

9 Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.

Psalmen 38:9 Meaning and Commentary

Psalms 38:9

Lord, all my desire [is] before thee
To be delivered from his afflictions, to have a discovery and application of pardoning grace, and to have communion with his God: the desire of his soul was unto these things; and it was some satisfaction to him that it was before the Lord, and known unto him, before whom all things are naked and open;

and my groaning is not hid from thee;
under the weight of his affliction, the burden of his sin, and which he expressed in prayer to the Lord, and which is often done with groanings which cannot be uttered: but even these are known and understood by the Lord.

Psalmen 38:9 In-Context

7 Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.
8 Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn vlees.
9 Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.
10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.
11 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.