Psalmen 38:10

10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.

Psalmen 38:10 Meaning and Commentary

Psalms 38:10

My heart panteth
Or "goes about" F13; runs here and there, and finds no rest; as Aben Ezra interprets the word from the Targum he cites; though the Targum we have renders it, "my heart shakes with fear", or dread, as persons in a fever. Jarchi interprets the word, surrounded with grief; it denotes the panting or palpitation of the heart, through sorrow and dread, and the failing of it, even as at death;

my strength faileth me,
or "forsakes me" F14; bodily strength and spiritual strength; the strength of faith, hope, and confidence;

as for the light of mine eyes, it also is gone from me;
which is often the case of persons under bodily disorders, their eyes grow dim, and sight fails them; and this might be true in a spiritual sense of the psalmist, who had lost sight of God as his covenant God; of his interest in his love, in the blessings of his grace, and in eternal salvation, and was walking in darkness, and saw no light.


FOOTNOTES:

F13 (rxrxo) "circuivit", Pagninus, Montanus, Vatablus.
F14 (ynbze) "dereliquit me", Pagninus, Montanus, Junius & Tremellius, Piscator; so Musculus, Cocceius.

Psalmen 38:10 In-Context

8 Want mijn darmen zijn vol van een verachtelijke plage, en er is niets geheels in mijn vlees.
9 Ik ben verzwakt, en uitermate zeer verbrijzeld; ik brul van het geruis mijns harten.
10 HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen.
11 Mijn hart keert om en om, mijn kracht heeft mij verlaten; en het licht mijner ogen, ook zij zelven zijn niet bij mij.
12 Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.