Psalmen 57:5

5 Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.

Psalmen 57:5 Meaning and Commentary

Psalms 57:5

Be thou exalted, O God, above the heavens
That is, show thyself to be God, that sittest in the heavens, and art higher than they, by saving me, and disappointing mine enemies; that I, and those that are with me, may magnify the Lord and exalt his name together. The Targum is,

``be thou exalted above the angels of heaven, O God;''

[let] thy glory [be] above all the earth;
that is, above all the inhabitants of the earth, as the Chaldee paraphrase: let the glory of God in my deliverance be seen by all that dwell upon the earth; for by how much the lower and more distressed his case and condition were, by so much the more would the glory of God be displayed in bringing him out of it. Nothing lies nearer the hearts of the people of God than his glory; this is more desirable than their own salvation: David breathes after the one, when he says nothing of the other, that being uppermost; though his meaning is, that the one might be brought about by the other.

Psalmen 57:5 In-Context

3 Ik zal roepen tot God, den Allerhoogste, tot God, Die het aan mij voleinden zal.

4 Hij zal van den hemel zenden, en mij verlossen, te schande makende dengene, die mij zoekt op te slokken. Sela. God zal Zijn goedertierenheid en Zijn waarheid zenden.

5 Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.

6 Verhef U boven de hemelen, o God! Uw eer zij over de ganse aarde.

7 Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden in gevallen. Sela.