Richtere 2:8

8 Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven was, honderd en tien jaren oud zijnde;

Richtere 2:8 Meaning and Commentary

Judges 2:8

And Joshua the son of Nun, the servant of the Lord, died,
[being] an hundred and ten years old. (See Gill on Joshua 24:29).

Richtere 2:8 In-Context

6 Als Jozua het volk had laten gaan, zo waren de kinderen Israels heengegaan, een ieder tot zijn erfdeel, om het land erfelijk te bezitten.
7 En het volk diende den HEERE, al de dagen van Jozua, en al de dagen der oudsten, die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij aan Israel gedaan had.
8 Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven was, honderd en tien jaren oud zijnde;
9 En zij hem begraven hadden in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-Heres, op een berg van Efraim, tegen het noorden van den berg Gaas;
10 En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.