Richtere 20:34

34 En tien duizend uitgelezen mannen van gans Israel kwamen van tegenover Gibea, en de strijd werd zwaar; doch zij wisten niet, dat het kwaad hen treffen zou.

Richtere 20:34 Meaning and Commentary

Judges 20:34

And there came against Gibeah ten thousand chosen men out of
all Israel
Which, according to Ben Gersom, were the liers in wait; and came from the south, as the Targum says:

and the battle was sore;
not between those liers in wait, and the Benjaminites, but between those at Baaltamar, and them who set themselves in battle array against them, and they fought stoutly on both sides:

but they knew not that evil was near them;
that there was an ambush laid, by which they were in great danger; they knew nothing of the 10,000 men that were now come out against Gibeah, and were between them and that.

Richtere 20:34 In-Context

32 Toen zeiden de kinderen van Benjamin: Zij zijn voor ons aangezicht geslagen, als te voren; maar de kinderen Israels zeiden: Laat ons vlieden, en hen van de stad aftrekken naar de straten.
33 Toen maakten zich alle mannen van Israel op uit hun plaatsen, en schikten den strijd te Baal-Thamar; ook brak Israels achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea.
34 En tien duizend uitgelezen mannen van gans Israel kwamen van tegenover Gibea, en de strijd werd zwaar; doch zij wisten niet, dat het kwaad hen treffen zou.
35 Toen sloeg de HEERE Benjamin voor Israels aangezicht; dat de kinderen Israels op dien dag van Benjamin vernielden vijf en twintig duizend en honderd mannen; die allen trokken het zwaard uit.
36 En de kinderen van Benjamin zagen, dat zij geslagen waren; want de mannen van Israel gaven de Benjaminieten plaats, omdat zij vertrouwden op de achterlage, die zij tegen Gibea gesteld hadden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.