Richtere 20:35

35 Toen sloeg de HEERE Benjamin voor Israels aangezicht; dat de kinderen Israels op dien dag van Benjamin vernielden vijf en twintig duizend en honderd mannen; die allen trokken het zwaard uit.

Richtere 20:35 Meaning and Commentary

Judges 20:35

And the Lord smote Benjamin before Israel
Gave Israel the victory over them at Baaltamar; for notwithstanding all the art and stratagem they used, their numbers and their valour, victory was of the Lord, and to him it is ascribed; for until now Benjamin, though fewer in number, had been always victorious; and the children of Israel destroyed of the Benjaminites that day 25,100; which is the total sum of all that were slain of them that day, the particulars of which are afterwards given:

all these drew the sword;
were armed men.

Richtere 20:35 In-Context

33 Toen maakten zich alle mannen van Israel op uit hun plaatsen, en schikten den strijd te Baal-Thamar; ook brak Israels achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea.
34 En tien duizend uitgelezen mannen van gans Israel kwamen van tegenover Gibea, en de strijd werd zwaar; doch zij wisten niet, dat het kwaad hen treffen zou.
35 Toen sloeg de HEERE Benjamin voor Israels aangezicht; dat de kinderen Israels op dien dag van Benjamin vernielden vijf en twintig duizend en honderd mannen; die allen trokken het zwaard uit.
36 En de kinderen van Benjamin zagen, dat zij geslagen waren; want de mannen van Israel gaven de Benjaminieten plaats, omdat zij vertrouwden op de achterlage, die zij tegen Gibea gesteld hadden.
37 En de achterlage haastte, en brak voorwaarts naar Gibea toe; ja, de achterlage trok rechtdoor, en sloeg de ganse stad met de scherpte des zwaards.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.