Romeinen 1:24

24 Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;

Romeinen 1:24 Meaning and Commentary

Romans 1:24

Wherefore God also gave them up to uncleanness
Not by putting any into them, but by leaving them to the pollution of their nature; by withdrawing his providential restraints from them, and by giving them up to judicial hardness:

through the lusts of their own hearts.
The heart of man is the source of all wickedness; the lusts that dwell there are many, and these tend to uncleanness of one sort or another: by it here is meant particularly bodily uncleanness, since it is said they were given up

to dishonour their own bodies between themselves;
either alone, or with others; so that as they changed the glory of God, and dishonoured him, he left them to dishonour themselves by doing these things which were reproachful and scandalous to human nature.

Romeinen 1:24 In-Context

22 Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden;
23 En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende gedierten.
24 Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren;
25 Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen.
26 Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.